Kook de spaghetti in een ruime hoeveelheid water en giet het af. Om te voorkomen dat de spaghetti gaat plakken aan de pan kun je het beste een beetje olie in het kokende water sprenkelen. De spaghetti moet ook tijdens het koken op smaak komen dus voeg ook zout bij het water.

Als de spaghetti in een vergiet zit doe je er een beetje olijfolie of een klontje boter bij tegen het plakken. De spaghetti is dan klaar voor gebruik en kun je opzij zetten.

Voor de saus fruiten we eerst een fijn gesnipperde ui en de twee teentjes knoflook. Als de ui goed gebakken is dan voeg je de champignons toe. De champignons snijd je eerst wel een plakjes. Als de champignons erg groot zijn dan kun je de champignons eerst halveren en vervolgens in plakje snijden. Zo voorkom je dat je grote stukken champignons in de saus hebt. Het is echter voor dit recept wel fijn als de champignons goed te zien zijn en in combinatie met de spinazie zou je voor de smaak zeker niet de champignons heel klein moeten snijden.

De saus maak je af met het toevoegen van de kookroom en je brengt het op smaak met wat peper en zout. De saus laat je dan nog een minuut of 5 zachtjes koken zodat het een stevige saus wordt.

Aan de spinazie hoef je niet erg veel te doen. De gewassen spinazie kan meteen uit het vergiet bij de saus. Neem voor de saus altijd een grote pan zodat je later bij het toevoegen van de spinazie alle ruimte hebt voor de spinazie. Na het toevoegen van de spinazie doe je de deksel erop en zet je het vuur uit. De spinazie zal door de warmte slinken en je krijgt een prachtige saus voor je spaghetti.