Dit recept is eenvoudig en vol van smaak. Je begint met het koken van de pasta zodat je in de tussentijd de heerlijke pesto gereed kunt maken. Het lekkerste bij de pesto is spaghetti. Houd je niet van spaghetti dan kun je uiteraard voor een ander soort pasta kiezen.

Kook de pasta in een ruime pan met water. Voeg een scheutje olie en een beetje zout toe. Laat de pasta koken en in de tussentijd kun je de pesto maken.

Begin met het roosteren van de pijnboompitten. Door de pijnboompitten te roosteren komen er aroma’s vrij die zorgen voor een heerlijke smaak in je pesto. Laat de pijnboompitten dan afkoelen.

Voor de pesto doe je de peterselie, knoflook, Parmezaanse kaas, olijfolie en pijnboompitten in de keukenmachine en maal dit fijn. Doe las laatste de spinazie erbij. Past het niet in een keer in de keukenmachine? Voeg dan elke keer een beetje spinazie toe en zorg dat alles fijn gemalen wordt tot pesto.

Als de pasta dan gaar is giet je het over in een vergiet en laat je de pasta uitlekken. Om de pesto goed in de pasta te laten trekken doe je de uitgelekte pasta terug in de pan. De pasta is dan nog warm. Doe bij de warme pasta de pesto en laat de pasta enkele minuten rusten in de pan. De pesto van peterselie en spinazie kan dan goed intrekken in de pasta waardoor je een rijke smaak hebt aan je pasta.

Pasta met groene pesto van peterselie en spinazie kun je goed afmaken met een simpele salade van tomatenblokjes en fijngesnipperde peterselie. Maak je bord af met een paar blaadjes spinazie op je pastatorentje.